‘Ik en de anderen’



In deze uitgave van de nieuwsbrief introduceren we een nieuwe rubriek:‘Ik en de anderen’. Deze pagina richten we met name op familie, vrienden, kennissen en bekenden van de patiënten. Hierin zult u herkenbare artikelen vinden vanuit de praktijk voor uzelf, maar vooral ook voor uw omgeving.

Schroom dus niet deze pagina ook te laten lezen door uw huisgenoten, familieleden, vrienden, kennissen of andere bekenden. Nieuwe invalshoeken en andere gezichtspunten kunnen soms een beter zicht op uw persoonlijke situatie geven. Meer helderheid en begrip voor u en uw omgeving, dat is het doel van deze rubriek.

Vooroordelen loslaten
Een mens kan zich verkijken op een situatie. In de loop der jaren heb ik als sociaal psychiatrisch verpleegkundige heel wat partners, ouders, broers, zusters, ooms, tantes en andere familieleden op mijn spreekuur gezien. Ze waren zonder uitzondering begaan met het lot van hun dierbare met wie het op dat moment niet goed ging. Op een dag ontmoette ik Sarinah, een jonge Surinaamse vrouw van even in de twintig, maar qua uiterlijk niet ouder dan veertien. Bijna letterlijk liep ze aan de hand van haar moeder. Vader was afwezig. “Anorexia”, schoot er direct door mijn hoofd en toen ze begon te praten kon ik alleen maar denken: “Waar gaat dit over?” Moeder vroeg me alleen om wat medicatie zodat Sarinah ‘wat beter kan slapen’. Over drie maanden konden we een nieuwe afspraak plannen.

Alles in mij steigerde, zo’n ziek meisje en dan alleen een slaappilletje? Ik trok alles uit de kast, van psycho-educatie tot anti-psychotica, van diëtiste tot beschermd wonen. Hoewel ik natuurlijk mijn best deed te luisteren naar de wensen van moeder, dochter zei eigenlijk niets, zat mijn hoofd vol met vooroordelen. Dat vasthouden aan eigen ideeën heb ik in dit geval nog vrij lang volgehouden. Zozeer zelfs dat ik samen met Sarinah wilde gaan kijken naar een beschermende woonvorm. Moeder gaf vol tegengas, waardoor ik uiteindelijk capituleerde. Op een dag bleek Sarinah bij haar moeder te zijn ingetrokken.

Ik had nooit gedacht dat moeder het kon opbrengen om weer te gaan zorgen voor haar, in mijn ogen zo zieke, dochter. Ook bleek de anorexia wel mee te vallen. Sarinah at meestal goed, maar werd nooit zwaarder dan een kilo of 40 (bij 1.50 meter). En de chaos in haar hoofd bleek ook geen belemmering om te leren computeren en studieboeken aan te schaffen. Goed, ze gaf soms teveel geld uit, maar dan zou moeder toch curator kunnen worden? Ook hier had ik weer zo mijn bedenkingen bij, maar de praktijk leerde al snel dat er totaal geen ‘gekke’ dingen gebeurden. Sterker nog; moeder kon sparen voor haarzelf en voor Sarinah. Nu gaan ze al jaren elke zomer op reis naar familie in Suriname of een ander zonnig oord.

Inmiddels kom ik iedere twee maanden bij hen thuis. Hetgeen ik graag doe. Moeder staat al op de uitkijk als ik aan kom fietsen, de koffie (met roti!) staat al op tafel. We praten nooit meer over diëtistes en beschermd wonen. Wel over de boeken, die Sarinah nu weer heeft gelezen, verre reizen en de (on)mogelijkheden van remigratie naar Suriname. Met de feestdagen krijg ik ieder jaar steevast een zak pepernoten mee en een ‘aardigheidje’ voor de kinderen. Bij het weggaan zegt moeder met nadruk: “Bedankt voor de gezelligheid en groeten aan je vrouw en kinderen hoor!” Soms denk ik nog wel eens aan die eerste keren, nu jaren geleden, toen ik zoveel wilde en zij er zo anders over dachten. En dan denk ik nog altijd licht beschaamd: “Wat kan een mens zich soms verkijken op een situatie!” 

Geen opmerkingen: